Veldgentiaan, Gentianella campestris, is een opvallende nazomer bloeier in duinvalleien en op kalkgraslandhellingen met lila tot blauwpaarse bloemen. De niet erg hoog wordende planten hebben tegenoverstaande bladeren aan de geribde stengel en doordat de stengel steeds een kwartslag draait tussen twee knopen lijken ze kruisgewijs te staan. De kelk van Veldgentiaan heeft twee brede bladen en twee smalle, welke laatste grotendeels bedekt zijn door de twee eerste. De kleur van de bladeren is lichtgroen met soms een paarse rand en ook wel een paarsige gloed.
Tot de meer bijzondere plantensoorten in onze wilde inheemse flora behoort Veldgentiaan, Gentianella campestris (L.) Börner, uit de Gentiaanfamilie of Gentianaceae. Tot 2017 was Veldgentiaan een door de flora en faunawet wettelijk beschermde plant, nu weliswaar niet meer, maar het is aan te bevelen bij vondst de planten te sparen.
Op het hoofdwortelstelsel van de één- of tweejarige plant ontwikkelt zich een stengel, die soms losjes vertakt is. De stengel heeft een wat merkwaardige bouw waardoor hij kantig is en vier ribben heeft; de structuur is zodanig dat telkens één wat breder vlak ontstaat van ribben aan weerszijde van de stengel, waardoor het stengelvlak tussen de twee ribben aan één kant smal is. De stengel is van binnen hol tussen de knopen en maakt een kwart draai tussen twee knopen.
De onderste bladeren staan dicht boven elkaar als een soort rozet. Ze zijn eirond tot spatelvormig. Meer naar boven aan de stengel zitten de langwerpige bladeren tegenover elkaar en omdat de stengel van lid tot lid een kwart slag draait, lijken de bladstand kruisgewijs. Door hun brede voet hebben deze bladeren ook een driehoekige vorm, maar hoewel de voeten elkaar raken, zijn ze niet vergroeid met elkaar zoals we dat bij de Grote kaardenbol wel kennen.
Boven aan de stengels en vertakkingen tref je één tot een klein aantal bloemen aan. Ze vormen in het laatste geval een klein bijscherm. De bloemen zijn eveneens merkwaardig van vorm. Zo bestaat de kelk uit vier kelkbladen, waarvan er twee breed en groot zijn en twee smal langwerpig. Deze laatste worden vrijwel geheel overdekt door de twee grote en brede kelkbladen. De vier kroonbladen zijn met elkaar vergroeid en vormen een kroonbuis. Boven aan echter zijn de platen van de lilakleurige kroonbladen vaak uitgespreid. Op de bovenrand van de kroonbuis staat een groot aantal witte franje-achtige haren, die de kroonbuis afsluiten. De vier meeldraden met hun helmhokken staan op de kroonbuis ingeplant en het bovenstandig vruchtbeginsel, met een nauwelijks ontwikkelde stijl en twee stempellobben groeit na bestuiving en bevruchting uit tot een doosvrucht.
Soms komt het voor dat de bloem vijftallig is, maar dat is slechts beperkt het geval.
MM_220703
Veldgentiaan is een soort van het noorden en midden van Europa tot in het hooggebergte toe. De planten die in onze contreien in de duinen voorkomen, met name in duinvalleien, zijn eenjarige planten, wat de oudere naam Brede duingentiaan verklaart; de planten die je aantreft op kalkgraslandhellingen daarentegen zijn tweejarig. De beelden die we van Veldgentiaan gemaakt hebben zijn niet in Nederland, maar buiten onze landsgrenzen gemaakt. We hebben dat gedaan vanwege de zeldzaamheid van de soort in onze contreien.
Veldgentiaan was een door de flora en faunawet wettelijk beschermde plant tot 2017 en staat nu nog als 'bedreigd' vermeld in de Heukels' Flora van Nederland (2020). De planten uit de Gentiaanfamilie hebben bittere stoffen, die hen waarschijnlijk beschermen tegen vraat. Vanwege deze smaakstoffen wordt van Gentianen ook wel jenever gestookt.
Voor meer uitgebreide informatie over de relaties met andere organismen, het milieu en de ecologie van Veldgentiaan verwijzen wij naar Weeda, E.J. et al., (1988) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3: 96-97.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 479-480. Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 575.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 949. In deze flora wordt naast de Nederlandse naam Veldgentiaan ook de naam Brede duingentiaan gebezigd.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Gentianélla campéstris