Strobloem, Helichrysum arenarium, is een witviltig behaarde plantensoort met een schermvormige tros van hoofdjes. De bloemkleur van de kleine buisbloemen is geel tot oranje en de dakpansgewijs ingeplante kleine omwindselbladen versterken deze kleur, doordat ze vliezig tot glanzend goudgeel zijn. De planten hebben roetten zonder bloeistengel en ook liggende stengels. De bloeistengel heeft alleen verspreid zittende bladeren.
Een zeldzame meerjarige plantensoort uit de Composietenfamilie of Asteraceae is Strobloem, Helichrysum arenarium (L.) Moench.
Op het ondergrondse wortelstelsel ontwikkelen zich rozetten en liggende stengels met daaraan verspreid zittende bladeren. De bladeren zijn langwerpig tot spatelvormig waarbij ze een smalle bladvoet zonder steel hebben en naar de top toe breder worden en eindigen in een stompe en ronde top. Aan de rechtopstaande bloeistengel staan vergelijkbare bladeren verspreid, terwijl de bovenste langwerpig zijn en niet spatelvormig. De hele plant is witviltig behaard en lijkt daardoor wel wat op Viltkruiden en Droogbloem.
De rechtopstaande bloeistengel is niet vertakt behalve bovenin waar de hoofdjes in een brede schermvormige tros staan. De hoofdjes zijn 4 tot 7 mm breed en tamelijk hoog. De omwindselbladen staan boven elkaar schubvormig ingeplant en zijn vliezig tot glanzend goudgeel. De composietenbloemen zijn alle klein en geel tot oranje kleurig. Er zijn geel lintbloemen.
Na de bloei blijven de omwindselbladen om het hoofdje staan. De planten hebben een behoorlijk sterke geur.
MM_240402
Het verspreidingsgebied of areaal van Strobloem is continentaal Europa. België en Nederland liggen aan de uiterste noordwestgrens van dit areaal. In België komt de soort voor op zonnige hellingen in het gebied van de Ardennen en in Nederland komt de soort wellicht nog voor op dergelijke zonnige hellingen in het oosten van het land en onlangs is hij op opgespoten zand in de Eemshaven verschenen.
Het witviltig uiterlijk heeft Strobloem gemeenschappelijk met Viltkruiden en Droogbloem.
Als u geïnteresseerd bent in meer uitgebreide gegevens over de ecologie van XX, de relaties met andere organismen en het milieu, dan vindt u dat in Weeda, E.J. et al., (1991) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 4:
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 597. Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 709.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 1056.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Helichrýsum arenárium