Een steeds vaker in onze parken en tuinen voorkomende soort is Mahonie. Hij valt op door de op Hulst lijkende stekelig getande samengestelde bladeren die ook blinkend leerachtig eruit zien. Opvallend zijn in het vroege voorjaar de dichte trossen met gele samengetrokken bloemen en in de tweede helft van het jaar donkere bessen.
Een struik die als invasieve exoot beschouwd kan worden, maar geliefd is vanwege zijn wintergroene bladeren is Mahonie, Berberis aquifolium Pursh, uit de Berberisfamilie of Berberidaceae. De oudere wetenschappelijke naam is Mahonia aquifolium. De plant wordt ook erg veel aangeplant in parken en tuinen en kan van daar uit verwilderen. Je vindt de soort dan ook steeds meer in struwelen en bossen.
Aan de takken die uit het ondergronds wortelsysteem tevoorschijn komen ontbreken doorns, zoals die bij de andere soorten uit het geslacht Berberis wel voorkomen. Aan de bruingekleurde takken en twijgen staan de samengestelde bladeren verspreid. Deze bladeren zijn oneven geveerd samengesteld en de deelblaadjes zijn tamelijk groot, ruim 6 tot 7 cm lang en tweemaal zo lang als breed. De randen van deze glimmende donkergroene bladeren zijn behoorlijk stekelig getand. Dat leidt tot de gelijkenis op de bladeren van de Hulst, wat terug te vinden is in de wetenschappelijke soortsnaam 'aquifolium'. Vanwege deze getande bladeren die ook 's winters aan de struiken blijven, zorgt deze struik ervoor dat de bosschage waarin hij staat moeilijk doordringbaar is. Nadeel is echter dat er geen ruimte meer is voor inheemse kruiden en struiken.
Aan de uiteinde van de takken ontstaan de bloeiwijzen. Het zijn zo dicht samengetrokken trossen dat je kunt spreken van pluimen. Ze zijn min of meer bolvormig en bevatten veel geel gekleurde bloemen. Deze bloemen hebben een meerbloemig bloemdek en de bloemdekbladen zijn in een spiraal ingeplant.
Uit de vruchtbeginsels ontwikkelen zich de vruchten, namelijk blauw-berijpte bessen.
Het oorspronkelijk verspreidingsgebied is Noord-Amerika, waar de soort thuis is bossen die voornamelijk bestaan uit Douglasspar. In Nederland is de soort naar alle waarschijnlijkheid met het aanplanten van Douglassparren ingeburgerd geraakt en vandaaruit heeft ze zich kunnen verspreiden. Tegenwoordig wordt Mahonia zelfs aangeplant. De soort verdringt echter onze inheemse wilde planten; dus dat aanplanten zou zonder meer moeten stoppen.
De bloeiperiode van de Mahonie, die ook wel Berberis aquifolium wordt genoemd, is volgens flora's van april tot mei. Echter ook in januari bloeit deze groenblijvende struik al in het Maastrichtse stadspark en is hij op diverse andere plekken in de stad te zien, zoals bij het Gouvernement..
Meer informatie over de ecologie van Mahonie en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (1985) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 1: 259.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: In deze druk wordt nog de wetenschappelijke naam Mahonia aquifolium gebruikt. Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 298. In deze nieuwste uitgave van de Heukels is de wetenschappelijke naam gewijzigd in Berberis aquifolium.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk:
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Bérberis aquifólium