Kluwenklokje - Campanula glomerata

Kluwenklokje valt als soort uit de Klokjesfamilie direct op door de bloeiwijze waarin een flink aantal bloemen dicht bij elkaar in een soort van hoofdje staat. Je vindt dat hoofdje aan de top van de stengel. Op de eronder staande schutbladeren staat vaak ook nog een groepje bloemen, maar dat aantal is beduidend minder dan aan de top. De bloemkroon is blauw tot paars.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Een meerjarige soort uit de Klokjesfamilie, of Campanulaceae, is Kluwenklokje, Campanula glomerata L.. De tot kniehoogte reikende planten vallen direct op door hun opvallende bloeiwijze, waarin een groot aantal bloemen op zeer korte bloemstelen bij elkaar staat en een soort hoofdje vormen. Dit geeft een prachtig blauw tot paars aanzien en wie de blauwpaarse Gentianen uit het hooggebergte kent, moet wellicht aan deze Gentianen denken.

Op het ondergrondse wortelstelsel ontwikkelen zich stevige, rechtopstaande en viltig behaarde stengels. Deze vertakken niet. Aan de stengels staan eironde tot langwerpige bladeren, die verspreid staan aan de stengel. De bladeren in het onderste deel van de plant zijn wat grotere behaarde bladeren en deze hebben een bladsteel en een afgeronde tot hartvormige voet. Bovenin de plant echter zitten de wat kleinere en smallere bladeren, zonder steel, aan de stengel en omvatten deze stengel zelfs voor een flink deel. In de oksel van de bovenste bladeren, je mag ze ook schutbladeren noemen, zitten ook een paar bloemen, maar de pracht zit dus aan de top van de stengel met onder het hoofdje of de kluwen van bloemen een paar schutbladeren.

De klokvormige bloemen hebben vijf kelkslippen die langs de kroon omhoog staan. De bloemkroon bestaat uit vijf vergroeide kroonbladen die tot eenderde zijn ingesneden; hun kleur is blauw tot paars. Binnen de protandrische (zie bijzonderheden), klokvormige bloem staat op het onderstandig vruchtbeginsel een stijl met drie stempellobben en de meeldraden liggen als verdorde draden in het onderste deel van de bloem. Na bestuiving en bevruchting ontwikkelt zich uit het vruchtbeginsel een doosvrucht.

MM_230725

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Klokje - Campanula
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
0.25 - 0.70 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleuren:
blauw, paars
Bloeiwijzen:
hoofdje, kluwen
Bloemvorm:
klokvormig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
5 kelkslippen, 5 vergroeide kroonbladen
Meeldraden:
5 meeldraden
Vruchtbeginsel:
onderstandig
Stijlen:
1
Stempels:
3
Vrucht:
doosvrucht
Zaden:
-
Stengel:
rechtopstaand
Schors:
-
Bladstand:
verspreid
Bladvormen:
eirond, lancetvormig
Bladrand:
fijn gekarteld tot getand en gezaagd
Ondergronds deel:
hoofdwortelstelsel
Plantengemeenschap:

Het areaal van Kluwenklokje omvat het gematigde deel van Europa en Azië tot in Japan toe. In onze contreien is het van nature aanwezig in het Rivierendistrict en in Zuid-Limburg. Het komt voor in grazige begroeiingen en sluit via Zuid-Limburg aan bij het verdere areaal in Europa. Kluwenklokje wordt ook wel gekweekt als tuinplant en kan mogelijk verwilderen. De gekweekte Kluwenklokjes zijn groter en forser dan de inheemse wilde planten.

De plantensoort 'Kluwenklokje' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Protandrie

Bij de Klokjes is sprake van zogenaamde protandrie. Dit houdt in dat de helmknoppen eerder rijp zijn en opengaan, dan dat de stamper rijp is. Aanvankelijk rusten in de jonge bloem de helmknoppen tegen de stijl, die met haren bezet is. De helmknoppen openen zich naar binnen zodat het pollen uit de open helmhokken tegen de harige stijl wordt afgezet. De helmdraden laten dan los en die vind je in de wat oudere bloem dan als losse draden liggen. Bezoekt een insect op zoek naar nectar in dit stadium de bloem dan kan een deel van het pollen op het insect worden afgezet. Als de bloem dan wat ouder is groeit de stijl verder uit en dan openen zich de drie stempellobben, die tot op dat moment tegen elkaar aangevouwen waren, en worden ontvankelijk. Bezoekt een insect dat in een andere bloem al pollen op zijn lijf heeft gekregen n u onze bloem, dan kan pollen worden afgezet op de stempellobben en kan bevruchting plaatsvinden. Mocht er geen insectenbezoek meer plaatsgevonden hebben dan kunnen in een nog wat later stadium de stempellobben nog verder krullen en uiteindelijk wat pollen afwrijven van de eigen stijl. Dan vindt er geen kruisbestuiving maar zelfbestuiving plaats. Ook dan kan er bevruchting optreden, maar dat is dan zelfbevruchting.

Bescherming

Kluwenklokje was een door de flora en faunawet wettelijk beschermde plant tot 2017 en is vanaf 2017 als ernstig bedreigde plantensoort beschermd door de wet natuurbescherming.

Als u geïnteresseerd bent in meer uitgebreide gegevens over de ecologie van Kluwenklokje, de relaties met andere organismen en het milieu, dan vindt u dat in Weeda, E.J. et al., (1991) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 4: 10-11.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 581. Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 730.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 966-967.

Denters, T.  (2020) Stadsflora van de Lage Landen, Fontaine Uitgevers: 73.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Campánula glómerata.