Een vooral als tuinplant geliefde soort uit de Ranonkelfamlie is Juffertje-in-'t-groen. De planten vallen op door hun meervoudig veerdelige slipvormige bladeren. Ook valt onder de bloem op dat er fijn verdeelde schutbladen staan die een soort van omwindsel vormen. De kleur van de bloemdekbladen is blauw.
Een éénjarige plantensoort uit de Ranonkelfamilie of Ranunculaceae, die vrijwel alleen als tuinplant bekend is en soms uit tuinen verwildert is Juffertje-in-het groen, Nigella damascena L.. De oorsprong van de planten zijn de Canarische eilanden en landen rond de Middellandse Zee.
Aan de rechtopstaande stengels staan de bladeren verspreid. De bladeren zijn meervoudig veerdelig en in fijne slippen verdeeld. Ze lijken daardoor op de fijne bladeren van Echte en Reukeloze kamille, maar zijn niet zoals kamille-bladslippen rond doch een beetje vlak met een duidelijke nerf.
De alleenstaande bloemen hebben onder de bloem een veerdelig omwindsel dat bestaat uit in fijne slippen verdeelde schutbladeren. De kelkbladen, ook wel te typeren als bloemdekbladen, hebben een korte nagel en de platen zijn blauw van kleur met aan de top een groene punt. Ook zie je aan de onderkant groene nerven in deze bloemdekbladen. Kroonbladen lijken te ontbreken en inderdaad zijn er geen kroonbladachtige honingbladen, zoals we bij veel boterbloemachtigen vinden, maar er zijn wel eigenaardige knobbels die afwisselend staan met de kelkbladachtige bloemdekbladen. In deze wel heel bijzonder gevormde honingbakjes wordt veel nectar geproduceerd door de bloemen en dat trekt bestuivende insecten aan. De vele meeldraden zijn gebogen en uit de geopende helmhokken valt stuifmeel of pollen op de ruggen van de bezoekende insecten. Als de helmhokken hun pollen kwijt zijn, gaan de aanvankelijk rechtopstaande stijlen op de bovenstandige vruchtbeginsels verder uitrijpen en buigen op hun beurt naar beneden. De stempels kunnen dan over de ruggen wrijven van bezoekende insecten die bij voorkeur van een andere mannelijk bloeiende bloem komen en dus stuifmeel van een andere bloem bij zich kunnen dragen. Dat wordt door de stempels afgeveegd en zo krijg je kruisbestuiving en wordt zelfbestuiving voorkomen.
Na bestuiving ontstaat, doordat de vruchtbeginsels blijven samenhangen, een sierlijke doosvrucht met op de rand de resten van de stijlen. Om de doosvrucht heen blijft een deel van het fijnslippig omwindsel zichtbaar. De zaden die binnen deze voor soorten uit de Ranonkelfamilie eigenaardige doosvrucht ontwikkelen kunnen door een zevental spleten in de doosvrucht de doos verlaten.
MM_211124
Het verspreidingsgebied van Juffertje-in-'t-groen moeten we zoeken in het zuiden van Europa en de Canarische eilanden. Het is daar van oorsprong een akkerkruid. De verwante Wilde nigelle, Nigella arvensis, hebben we tot de eerste wereldoorlog als graanakker bewoner gekend, maar is sindsdien niet meer waargenomen.
Protandrische bloemen
Protandrisch is afgeleid van twee Griekse woorden 'pro' of 'proto' dat 'eerst' betekent en het eveneens Griekse woord 'anèr' dat 'man' betekent. Hieruit afgeleid betekent 'protandrisch' dus dat er eerst sprake is van het mannelijk stadium van de bloei dat voorafgaat aan het pas daarna optredende vrouwelijk bloeistadium.
Tuinplant
Als tuinplant is er een flink aantal rassen in tuincentra te koop, waarbij je zogenaamde gevulde bloemen aantreft met heel veel blauwe bloemdekbladen.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 251. Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 307.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 481.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Nigélla damascéna