Gevlekt havikskruid herken je gemakkelijk aan de bruine vlekken op de bladeren. De planten hebben tijdens de bloei nog een rozet van ovale bladeren en langs de behaarde stengel staan de behaarde, gevlekte bladeren verspreid. De bloeiwijzen, het zijn hoofdjes met gele lintbloemen, staan bovenaan de plant in een tuil. Daar is de stengel ook vertakt. De onderstandige vruchtbeginsels hebben als nootjes een bruin-wit pappus.
Gevlekt havikskruid, Hieracium maculatum Sm., is een gemakkelijk te herkennen soort uit de sectie Vulgata (Griseb.)Willk. & Lange uit de Composietenfamilie of Asteraceae. Het beste kenmerk om dit Havikskruid te onderscheiden van de andere Havikskruiden zijn de donkere vlekken op de behaarde bladeren. Een andere Nederlandse naam waaronder Gevlekt havikskruid bekend staat is Bochtig havikskruid, waarbij de bochtige en naar voren wijzende tanden aan de bladranden naamgevend zijn.
De meerjarige planten hebben een scheefstaande, meerkoppige wortelstok, maar geen bovengrondse uitlopers zoals we die kennen bij het geslacht Pilosella, dat tot voor enige jaren nog werd samengevoegd met Hieracium. Op de wortelstok ontstaat een bladrozet van grote langwerpige ovale of elliptische bladeren. Ze hebben een wigvormige bladvoet die overgaat in de bladsteel; soms loopt de bladvoet als smalle vleugels langs de bladsteel door. De bladrand is getand en de tanden wijzen naar opzij en naar de bladtop, maar nooit naar achteren. De wat naar blauwgroen neigende bladeren zijn met donkere paarsrode vlekken bezet. Aan de rechtopstaande en behaarde stengels staan meestal drie of vier bladeren verspreid, waarbij de bovenste zonder bladsteel zittend zijn.
De lange, onvertakte en behaarde bloeistengel heeft op de top een vrij compacte tuil met kleine bloemhoofdjes van enkel gele lintbloemen. De omwindselbladen zijn met nogal wat klieren of haren bezet. Na bevruchting groeien de onderstandige vruchtbeginsels uit tot cylindervormige ten minste drie mm lange nootjes met een bruinwit broze pappus. Tijdens de bloei zijn er aan de basis van de bloeistengel rozetbladeren aanwezig; een kenmerk dat belangrijk is om een onderscheid te maken tussen een aantal Havikskruiden.
MM_241105
Het areaal van Gevlekt havikskruid omvat het westen, midden en zuidoosten van Europa. Het is een soort die op licht-beschaduwde niet te dicht begroeide standplaatsen voorkomt. Zo kun je de soort op stenige plekken en muren aantreffen, wat een overeenkomst is met Stengelomvattend havikskruid en Muurhavikskruid.
Naamgeving
Het Griekse woord Hierax en Hierakos en het in onze taal daaraan verwante Havik geven beide aan dat het sap van dit kruid eertijds gebruikt werd in een oogzalf om de duisternis van de ogen te verdrijven en het scherpe zicht van de havik te verwerven (met dank aan Jan van Twisk).
Met dank aan Hanneke van Doornik die goede foto's beschikbaar gesteld heeft die voor een deel gebruikt zijn.
Als u geïnteresseerd bent in meer uitgebreide gegevens over de ecologie van Gevlekt havikskruid, de relaties met andere organismen en het milieu, dan vindt u dat in Weeda, E.J. et al., (1991) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 4: 208. In de oecologische Flora wordt de soort met de Nederlandse naam Bochtig havikskruid benoemd.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk:
Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 692-693.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk:
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Hiéracium maculátum