Gele zeepboom - Koelreuteria paniculata

De Gele zeepboom, maar meer toepasselijk Lampionboom, is een opvallende boom zowel in de zomer, als hij bloeit met pluimen met gele bloemen, als later in de herfst en winter wanneer de grote bruinkleurende vruchten in de verder kale boom hangen.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Een steeds vaker aangeplante boom, die ook wel eens verwildert en inburgert, is de Gele Zeepboom, of Koelreuteria paniculata Laxm., uit de Zeepboomfamilie of Sapindaceae. Een meer toepasselijke Nederlandse naam die voor deze boom gebruikt wordt is Lampionboom. Immers de doosvruchten blijven als een soort lampionnetjes gedurende de herfst en winter aan de dan kaal wordende boom hangen. De naam Chinese vernisboom wordt ook gehanteerd en duidt meteen op het gebied waar de boom van afkomstig is, namelijk het zuidoosten van Azië en meer specifiek uit China.

Een volwassen boom kan een hoogte bereiken van zo'n 15 meter en valt op door zijn diep gegroefde en gespleten schors. De kleur van de schors is zwart en bestaat uit langwerpige schorsplaten. De schors lijkt daardoor veel op de schors van de Zwarte walnoot, een andere boom die nogal eens in parken is aan te treffen.

De bladeren van de Gele zeepboom of Lampionboom zijn veerdelig samengesteld en de deelblaadjes hebben een gezaagde bladrand. Meest opvallend is dat de onderste deelblaadjes van een samengesteld blad aan een kant van het blad zo diep zijn ingesneden dat het lijkt of daar een aparte bladlob te zien is. Dit kenmerk is heel specifiek voor deze boomsoort en daaraan is de boom ook als hij nog niet bloeit altijd te herkennen.
De bloeiwijzen bestaan uit rijk vertakte pluimen waarin heel veel bloemen staan. Deze bloemen hebben gele kroonbladen met naar het centrum van de bloem toe een bloedrode vlek. Daar vindt je op de kroonbladen ook verdikkingen, knobbels, die mogelijk een rol spelen bij de nectarproductie. De meeldraden staan in een bundel en als je de tweezijdig symmetrische bloemen bekijkt geven ze de indruk dat ze bezocht worden door grotere insecten als hommels.
Na de bloei ontwikkelen de vruchten zich tot grote in omtrek hartvormige doosvruchten, die de vorm hebben van lampions. Naar deze vruchten wordt de boom ook wel Lampionboom genoemd. Deze vruchten zitten nadat het blad is afgevallen nog lang aan de boom en daardoor kun je de boom  ook herkennen in de late herfst en winter.
MM_181226

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Koelreuteria - Koelreuteria
Plantvorm:
boom
Plantgrootte:
2.00 - 15.00 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleur:
geel
Bloeiwijze:
pluim
Bloemvorm:
tweezijdig symmetrisch
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
4 bloemdek (kroonbladen)
Meeldraden:
10 in bundels
Vruchtbeginsel:
-
Stijlen:
-
Stempels:
-
Vrucht:
doosvrucht
Zaden:
-
Stengel:
rechtopstaand
Schors:
diep geplooid, zwart, gegroefd
Bladstand:
verspreid
Bladvormen:
dubbel geveerd, oneven geveerd, samengesteld
Bladranden:
gelobd, gezaagd, gekarteld
Ondergronds deel:
hoofdwortelstelsel
Plantengemeenschap:
-

Het oorspronkelijk areaal van deze boom moeten we zoeken in China. Van daaruit is de boom inmiddels verspreid geraakt door toedoen van de mens. De laatste jaren treffen we jonge exemplaren van de Gele zeepboom regelmatig aan op kribben langs de grote rivieren. Kennelijk verwildert deze boomsoort doordat er vruchten worden meegevoerd door rivierwater. De soort kan zich op deze manier spontaan in onze wilde flora vestigen.

De plantensoort 'Gele zeepboom' komt voor in de volgende plantenassociaties:

De opvallen bloemen zijn bijzonder van vorm. Ze zijn tweezijdig symmetrisch en vallen op door de vier naar boven staande gele kroonbladen met een duidelijke bloedrode vlek naar het centrum van de bloem toe. In dit gebied van de rode kleur tref je ook rode knobbels aan. De bundel meeldraden steekt naar voren uit de bloem. Daardoor kunnen bezoekers van de bloem op de bloem landen en dan wrijven ze met hun buik over de helmhokken waarvandaan ze stuifmeel kunnen meenemen. Op een volgende bloem kan dit stuifmeel of pollen afgezet worden op de stempel, waardoor bevruchting kan plaatsvinden.

De lampionvormige doosvruchten aan volwassen bomen maken deze opvallende boom gemakkelijk herkenbaar in de late herfst en winter en maken ook de wel gebruikelijke naam Lampionboom duidelijk.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 445. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 453.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Koelreutéria pániculata.