Aan de met franjes bezette kroonbladen herken je direct de blauwkleurige Franjegentiaan, Gentianopsis ciliata. De in de nazomer bloeiende planten vallen op in de kalkgraslanden waarin ze in Zuid-Limburg en aangrenzende gebieden, zoals de Voerstreek in België, zijn aan te treffen. De planten worden niet groot en de bladeren zijn maar smal en klein.
Een meerjarige door zijn felle blauwe kleur opvallende plantensoort in onze kalkgraslanden is Franjegentiaan, Gentianopsis ciliata (L.) Ma uit de Gentiaanfamilie of Gentianaceae. Oudere, nog wel gebruikte wetenschappelijke namen, zijn Gentiana ciliata en Gentianella ciliata.
Op het hoofdwortelstelsel ontwikkelt zich een niet al te hoog wordende stengel, met de bloeiwijze tot hooguit 25 cm hoog wordt, maar meestal lager blijft. Aan die rechtopstaande stengel staan de lancetvormige tot lijnvormige kleine bladeren tegenover elkaar. Aangezien ze min of meer paarsgewijs om en om aan de stengel staan komt het dicht bij een kruisgewijze bladstand. De kleine bladeren hebben een gave bladrand.
Aan de top van de stengel, die niet of nauwelijks vertakt, ontstaat een eenbloemige bloeiwijze. De alleenstaande bloem is regelmatig en vrijwel altijd viertallig. De kelkbladen zijn ongeveer alle vier aan elkaar gelijk en hebben een spitse top. De kroonbladen steken boven de kelkbladen uit en als de bloem helemaal geopend is buigen de kroonbladen naar buiten, waardoor de bloem een stervorm heeft. De een beetje gedraaide kroonbladen zijn aan beide zijden van een duidelijke franje voorzien. De plant dankt daar zijn Nederlandse soortsnaam aan, overigens ook de wetenschappelijke soortsnaam 'ciliata' is afkomstig van deze franjes. De felblauwe bijna azuurblauwe kleur met de franjes maakt de plant gemakkelijk herkenbaar. Naar beneden toe zijn de kroonbladen buisvormig met elkaar vergroeid.
Binnen de bloem staat een bovenstandig vruchtbeginsel en de vier meeldraden zijn met de kroonbladen vergroeid en staan afwisselend met de buisvormig vergroeide kroonbladen. Onderin de bloem wordt nectar geproduceerd die hommels en vlinders aantrekt. Deze insecten zorgen dan voor bestuiving en bevruchting. Het tweehokkig vruchtbeginsel groeit vervolgens uit tot een veelzadige doosvrucht.
MM_231228
Gentiaansoorten hebben een wereldwijd areaal; het zijn eigenlijk bergplanten en je treft ze in ons werelddeel dan ook vooral in de Europese berggebieden en dan met name in de hooggelegen bergweiden aan. Hun voorkomen in het zuiden van Limburg wijst ook op die gebondenheid aan een bergachtig klimaat.
Was een door de flora en faunawet wettelijk beschermde plant tot 2017 en is vanaf 2017 beschermd door de wet natuurbescherming. In de middeneuropese landen worden gentiaanplanten wel gebruikt om er een jeneverachtige drank van te maken. De vele sterke smaakstoffen in Gentianen verklaren dit gebruik.
Voor meer uitgebreide informatie over de relaties met andere organismen, het milieu en de ecologie van Franjegentiaan verwijzen wij naar Weeda, E.J. et al., (1988) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3: 95
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 480. Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 576.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 949. In deze flora luidt de wetenschappelijke naam Gentianella ciliata.
In het Duitse taalgebied wordt deze plantensoort Gewöhnlicher Fransen-Enzian, Enziangewächse, genoemd (Kosmos Naturführer, 2017). Rothmaler, W. (1981) geeft Fransen-Enzian.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Gentianópsis cíliata