Aardpeer - Helianthus tuberosus

Aardpeer of Topinamboer is een uit Amerika afkomstig gewas, dat vroeger als voedselbron werd gebruikt vanwege de peervormige ook wel wat op aardappel lijkende knollen die aan de wortelstok ontstaan. De tot meer dan 2,5 meter hoog wordende planten hebben een rechte stengel en bovenin een aantal vertakkingen met daarop de hoofdjes met gele bloemen. Ze lijken sterk op de bloemen van Stijve zonnebloem, maar hebben opvallende afstaande smalle lancetvormige omwindselblaadjes. Hij wordt nogal eens in moestuinen gevonden en langs de rivieren.

Klik op een foto voor kenmerk met uitleg:
Verspreidingskaart
Ecologische parameters

Aardpeer, Helianthus tuberosus L., uit de Composietenfamilie of Asteraceae is een meerjarige soort die al eeuwen in onze contreien gekweekt wordt nadat de soort uit Amerika is ingevoerd. Het is een neofyt, immers pas na 1500 komt zij in Europa voor, die inmiddels ook het atribuut invasief draagt. Een naam die vooral vroeger veel in gebruik was, en in landen als Duitsland nog steeds, is Topinamboer.

De planten ontwikkelen ondergronds wortelstokken waar zich de knollen aan vormen die wel lijken op een beetje peervormige aardappelen. Daar dankt de plant zijn huidige Nederlandse naam aan. Uit de wortelstokken komen de rechtopstaande, stevige en gevulde stengels tevoorschijn en deze kunnen een hoogte bereiken tot 3 meter. Ze zijn vrijwel niet vertakt, alleen in het bovenste deel waar de bloeiwijze zich ontwikkelt. Ze zijn dicht bezet met stekelige haren en vertonen vaak veel bruinkleurige punten; naar beneden toe wordt de bruinkleuring steeds overheersender en onderaan zijn de stengels donkerbruin.

De bladeren zijn langwerpig, ongeveer tweemaal zolang als breed, eirond met een spits toelopende punt. De voet van het blad versmalt wigvormig langs de bladsteel en is iets halfstengelomvattend. Ook de bladeren en dan vooral de nerven aan de onderkant van het blad zijn eveneens met stekelhaartjes bezet. De rand van de bladeren is grof en niet bepaald erg regelmatig gezaagd. Opvallend is dat de grootte van de bladeren ongeveer gelijk is: de bovenste zijn maar weinig kleiner dan de bladeren verder naar beneden, die alle verspreid aan de stengels staan.

Boven aan de plant ontwikkelen zich de hoofdjes op stengels en vertakkingen. De omwindselblaadjes zijn lancetvormig en gaan, al voordat de lint- en buisbloemen zich openen, naar buiten uitstaan: een heel karakteristiek begin van de bloei: een goed kenemrk om Aardpeer nog vóór de bloei te kunnen herkennen. De omwindselbladeren zijn lang, tot tussen de 10 en 20 mm, en daarmee vaak langer dan dat het omwindsel rond de bloembodem breed is. De lintbloemen zijn dooiergeel en de buisbloemen zijn echte vijfpuntige sterretjes. De vergroeide helmhokken komen eerst tevoorschijn. Ze zijn bruin van kleur en binnen de holte komt de stempel met zijn twee lobben tevoorschijn en wordt dan zichtbaar.

Het onderstandig vruchtbeginsel ontwikkelt tot een nootje.

MM_240910

Hoofdgroep:
Plantenfamilie:
Plantengeslacht:
Zonnebloem - Helianthus
Plantvorm:
kruid
Plantgrootte:
1.00 - 3.00 meter
Bloeiperiode:
Bloemkleur:
geel
Bloeiwijze:
hoofdje
Bloemvormen:
lintvormig, buisvormig
Bloemtype:
tweeslachtig
Bloembladen:
5 vergroeide kroonbladen
Meeldraden:
5 vergroeid met elkaar
Vruchtbeginsel:
onderstandig
Stijlen:
1
Stempels:
2
Vrucht:
nootje
Zaden:
-
Stengels:
rechtopstaand, behaard, gevuld
Schors:
-
Bladstand:
verspreid
Bladvormen:
eirond, langwerpig
Bladrand:
gezaagd
Ondergronds deel:
wortelstok met wortelknollen
Plantengemeenschappen:

Het oorspronkelijk areaal is Amerika, maar de plant is alhier ingevoerd als teelt. Inmiddels kun je op een aantal plaatsen langs de Maas in het zuiden en midden van Limburg hele begroeiingen aantreffen van Aardpeer. Deze vestigingen lijken meer en meer te bestendigen. Of dat uiteindelijk tot inburgering van de plantensoort leidt, wachten we af.

De plantensoort 'Aardpeer' komt voor in de volgende plantenassociaties:

Invasieve soort

Hoewel Aardpeer of Topinamboer al eeuwen in Europa gekweekt wordt, en daardoor ook verwildert, is de soort toch geklassificeerd als Invasief. Hij kan dus inheemse plantensoorten verdringen. Het is ook bekend dat wanneer je de soort eenmaal ergens hebt staan, hij vrijwel niet weg te krijgen is. Dat komt doordat de knollen en de wortelstokdeeltjes gemakkelijk weer nieuwe planten geven. Met het verplaatsen van grond, waar Aardpeer in heeft gestaan, moet je dus voorzichtig zijn.

Gebruik der knollen: eetbaar, medicinaal, schnapps

De knollen, die aan de wortelstok gevormd worden lijken een beetje op peervormige aardappelen. Ze zijn zowel koud als gekookt eetbaar. De knollen bevatten veel inuline een koolhydraat, dat door toevoeging van wat zuur tijdens het koken wordt omgezet in fructose (vruchtensuiker). Diabetici verdragen dit beter dan glucose (druivensuiker). Ook vrijlopende dieren wroeten de knollen graag naar boven om ze op te eten.

Aardpeer wordt tegenwoordig meestal nog gebruikt om er sterke drank van te branden, bijvoorbeeld in het zuidwesten van Duitsland. Ook daar vind je derhalve culturen van deze plant. Zo mochten we een deel van de details fotograferen in het Scharzwälder Freilichtmuseum in Gutach (Baden-Württemberg).

Als u geïnteresseerd bent in meer gegevens over de ecologie van Aardpeer, de relaties met andere organismen en het milieu, dan vindt u dat in Weeda, E.J. et al., (1991) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 4: 29-30.

Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 602. Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, H(Leni). (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 726.

Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 1062.

Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Heliánthus tuberósus