Als een van de eerste bloeiende plantensoorten in de winter en in de vroege lente valt de Winterakoniet, Eránthis hyemális, met zijn gele bloemen in de nog onbebladerde loofbossen op buitenplaatsen direct op. Het is een echte schaduwplant en behoort tot onze stinzenflora.
Een van de eerste bloeiende soorten in de vroege lente, soms al tijdens een zachte winterperiode is de Winterakoniet, Eranthis hyemalis (L.) Salisb., uit de Ranonkelfamilie. De stinsenplant is te vinden op buitenplaatsen in de loofbossen, met name de Essen-Iepenbossen; ze staat daar graag op de wat grazige plekken.
Aan de ondergrondse knolvormige wortelstokken ontspruiten stengels met enkel een blad of stengels met een bloem. Het blad aan de gladde stengel is handvormig diep ingesneden of gedeeld. Onder de gele bloem zit een krans van drie eveneens diep ingesneden bladeren; ze lijken een omwindsel te vormen.
De fraaie bloemen hebben 6 bloemdekbladen die geel van kleur zijn. Een onderscheid in kelk en kroon is niet te maken. De bloemdekbladen hebben tuitvormige honingbakjes of nectariën. De vele meeldraden zijn buisvormig en tweelippig. Het aantal bovenstandige vruchtbeginsels bedraagt meestal ook zes en deze groeien uit tot kokervruchten.
Vliegen, wespen en korttongige bijen zijn de normale bezoekers van de bloemen van Winterakoniet, maar gezien de bloeitijden hier te lande zal er weinig insectenbezoek plaatsvinden; alleen op warme zonnige dagen tijdens een zachte winter en de zeer vroege lente is dat mogelijk.
MM_1301007
Winterakoniet is een Zuid-Europese soort die veel is aangeplant in buitengoederen en vandaaruit is verwilderd en deel is geworden van onze natuurlijke flora. Ze komt in ons land volgens Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland vooral voor in het
43Aa2 Essen-Iepenbos
Winterakoniet is een echte stinsenplant en vanuit buitenplaatsen verwilderd en hier en daar als verwilderde soort ingeburgerd in onze wilde flora. De bijzonder gevormde bloemdekbladen worden soms door botanici gezien als kelkbladen, die geel gekleurd zijn en dus sterk lijken op gekleurde kroonbladen. De in evolutionair opzicht oorspronkelijke 'kroonbladen' zien we terug in de nectariën onder aan de voet van de gele bloemdekbladen die vanwege de typische vorm ook wel honingbakjes worden genoemd.
Meer informatie over de ecologie van Winterakoniet en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (1985) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 1: 223.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 251-252. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 307.
Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 481.
Uitspraak accenten wetenschappelijke naam: Eránthis hyemális.