Knopig doornzaad, Torilis nodosa, is een laag blijvende voor een deel liggende en aan de stengeluiteinden wat opstijgende plantensoort van grazige dijkhellingen. De bloeiwijzen, het zijn kleine schermen, vallen niet zo op omdat ze niet aan het einde van de stengels staan maar tegenover de verspreid staande meervoudig geveerde bladeren. De vruchten zijn splitvruchten met verschillende typen buitenkant. De ene helft heeft stekels en de andere helft kleine knobbels. In zo'n scherm zitten de vruchthelften met stekels aan de buitenkant en die met de knobbels aan de binnenkant. Heel effectief voor de verspreiding door dieren.
De éénjarige plantensoort Knopig doornzaad, Torilis nodosa (L.) Gaertn., uit de Schermbloemenfamilie of Apiaceae, is in tegenstelling tot de twee andere doornzaden een plant die vaak liggende stengels heeft die dan aan het uiteinde opstijgend zijn.
Ze hebben een penwortel en aan de gevulde stengels staan de bladeren verspreid. Deze zijn in omtrek driehoekig en hebben een schedevormige bladsteel. De bladeren zijn tot 2 voudig geveerd en de deelblaadjes hebben een ingesneden rand. Je vindt hier echter geen getande toppen aan de deelblaadjes, zoals je die wel bij Heggendoornzaad kunt vinden.
De liggende habitus van Knopig doornzaad heeft tot gevolg dat de bloeiwijzen niet aan de top van de stengel en vertakkingen staat, maar tegenover de bladeren aan de stengels. Bovendien zijn de bloeiwijzen nogal compact doordat de bloemen maar heel kleine bloemstelen hebben. Daar komt bij dat de bloeiwijze meestal maar uit twee of drie schermpjes bestaat, waardoor zo'n hele compacte bloeiwijze wel wat op een soort hoofdje of kluwen lijkt. Onder de bloeiwijze ontbreekt een omwindsel, maar als je het goed bekijkt zie je onder de schermpjes wel een meerbladig omwindseltje. De bloeiwijzen vallen daardoor ook maar weinig in het oog.
De bloemen hebben witte bloemkroonbladen en priemvormige kelktanden. Deze kelktanden zijn zelfs groter dan de kroonbladen; ook heel opmerkelijk voor een schermbloemige. De onderstandige vruchtbeginsels groeien na bevruchting uit tot splitvruchten. Daarbij zijn vruchthelften aan de buitenkant van zo'n compact scherm bezet met stekels terwijl de naar binnen gekeerde helft enkel bezet is met knobbeltjes. Die stekels aan de buitenkant dragen ertoe bij dat de vrucht wel wat heeft van klitten en dan ook aan de vacht van dieren, zoals schapen, kan worden getransporteerd.
Knopig doornzaad vind je vooral op grazige dijkhellingen, waar de plant door zijn habitus goed bestand is tegen de vraat door schapen, die vaak bij het beheer van dijkhellingen worden ingezet.
MM_210128
Het areaal van Knopig doornzaad omvat het westen en zuiden van Europa, het westen van Azië en het noorden van Afrika. Je treft het aan in het Deltagebied en aan de kusten van de Waddeneilanden en de omgeving van het IJsselmeer.
Als bijzonderheid is hier de merkwaardige niet symmetrische bezetting van de splitvruchten met op de ene vruchthelft stekels en op de andere vruchthelft knobbeltjes.
Uitgebreidere informatie over de ecologie van Knopig doornzaad en de relaties van deze soort met andere organismen en het milieu kunnen gevonden worden in Weeda, E.J. et al., (1987) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 2: 289-290.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 570-571. Of met de nieuwste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland, 24ste druk: 763.
Een andere gemakkelijke determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 649.
Uitspraak (accenten) van de wetenschappelijke naam: Tórilis nodósa