Een wat minder algemene soort uit het geslacht Boterbloem is Gulden boterbloem, Ranunculus auricomus. De plant heeft vaak bloemen waarin één of meer van de gele kroonbladen ontbreken. Daar staat dan tegenover dat de kelkbladen ook geel van kleur zijn. Deze staan af. De stengel onder de bloem is niet gegroefd, maar glad of rolrond. Op de goudgele dopvruchten staan veel kleine haartjes. Verder is de soort zeer vormenrijk, vooral wat de bladeren aangaat. Vroeg in de lente vind je rondachtige tot niervormige bladeren, later ontwikkelende bladeren zijn vaak handvormig in drie of vijf deelbladeren gespleten en de schutbladen hebben vijf tot zeven gaafrandige slippen.
De meerjarige Gulden boterbloem, Ranunculus auricomus L., hoort tot de Ranonkelfamilie of Ranunculaceae. Het is een relatief lage plant, te vergelijken met Knol- en Kruipende boterbloem. De plant is nogal onopvallend en daardoor misschien niet zo goed te herkennen. Het is een vormenrijke soort, vooral wat bladvorm betreft, waarbij zowel sterk ingesneden als uit één geheel bestaande bladeren voorkomen. De eerste bladeren die in de lente te voorschijn komen zijn ongedeeld en rond- tot niervormig, en doen denken aan de bladeren van hondsdraf. Daarnaast komen 3- tot 5-delige bladeren voor. De opvallende schutbladeren, in de bloeiwijze geplaatste bladeren, zijn sterk ingesneden tot samengesteld en bestaan uit een aantal lijnvormige slippen
De planten bloeien vroeg in de lente, vanaf april, de kelkbladen zijn bleekgeel, de kroonbladen goudgeel van kleur. De vruchten zijn lichtgoudgeel en dicht behaard; hier slaat de soortnaam auricomus, dat betekent 'gouden haar, op'. Dit is een duidelijk verschil met de scherpe boterbloem. De bloemsteel is rolrond en daarin verschilt de soort met de Kruipende boterbloem en de kelkbladen zijn afstaand, maar niet teruggeslagen, een verschil met de Knolboterbloem.
Opvallend bij deze plant is dat niet altijd alle 5 kroonbladen ontwikkeld zijn. Er komen planten voor met bloemen waarbij slecht twee, soms één of helemaal geen kroonbladen ontwikkeld zijn.
Gulden boterbloem is een vrij zeldzame plant van kalkhoudende bodem. We vinden de soort op vochtige voedselrijke bodems aan de voet van of op dijken, in uiterwaarden en langs slootkanten. Daarnaast is de plant te vinden in bossen en beekdalen op rijkere bodems, vooral in het oosten en zuiden van ons land.
GBMM_110507
Laatste wijziging 130730
Het areaal van de Gulden boterbloem bestrijkt Europa, behalve in het zuiden, en heeft een oostelijke uitloper naar Midden-Azië. Ook op Groenland is de soort van oudsher aanwezig. In onze contreien vind je de soort in rijkere bossen, maar ook in beekdalen en aan de voet van dijken en in uiterwaarden langs de grotere rivieren als er tenminste wat kelk in de bodem zit. In Schaminée, J. et al. (2010) Veldgids Plantengemeenschappen van Nederland wordt de soort ingedeeld in de
43 Klasse der voedselrijke Eiken- en Beukenbossen
Gulden boterbloem is eigenlijk een conglomoraat van klonen die ten opzichte van elkaar minieme en subtiele verschillen hebben, waardoor er geen systematische onderverdeling te maken is. Wij vatten derhalve alle klonen samen als een wetenschappelijke soort.
Meer informatie over de ecologie van de Gulden boterbloem en de relaties met andere organismen en het milieu is te vinden in Weeda, E.J. et al., (1985) Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 1: 240.
Het determineren op wetenschappelijke basis kan gebeuren met behulp van Meijden, R. van der (2005) Heukels' Flora van Nederland, 23ste druk: 257. Of met de nieuwe 24ste druk van deze flora: Duistermaat, L. (2020) Heukels' Flora van Nederland: 316.
Een andere determinatie is mogelijk met Heijmans, E., Heinsius, H.W. en Thijsse, Jac.P. (1983) Geïllustreerde flora van Nederland, 22ste druk: 479.
Uitspraak van de wetenschappelijke naam: Ranúnculus aurícomus