Al weer enige tijd, maar vooral op stormachtige herfstdagen zien we vruchten uit loofbomen weg dwarrelen. Het gaat dan vooral om Linde (Tilia), Haagbeuk (Carpinus betulus) en zoals hier op de foto van Gewone esdoorn (Acer pseudoplatanus).
Dit zijn allemaal eenzadige gevleugelde vruchten. Hoe ver komt een vrucht van de boom? Hoe efficiënt is de zaadverspreiding? Het spreekwoord zegt: “de appel valt niet ver van de boom”. In de tuin worden veel Esdoornvruchten gevonden, waarbij de dichtstbijzijnde boom op 60 meter afstand staat. De vruchten van de Haagbeuk, die er minder gevonden worden, moeten zelfs van 90 meter komen.
Maar het lijkt er op dat er, met een flinke storm, makkelijk 100 meter of meer kan worden afgelegd. Beuk en Eikhebben daar, met hun zware vruchten, veel meer moeite mee. Maar die schakelen dan ook Eekhoorn of Gaai om de “appel” juist ver van de boom te laten vallen.
Tekst en foto Gerard Bögemann, 25 oktober2016, © Flora van Nederland