Wie aan de uiterwaarden denkt, zal al gauw aan de buitendijkse weilanden denken. Ogenschijnlijk kaal grasland met aan de waterkant kaal zand. Toch is het overstromingsgebied van een rivier uitermate geschikt voor de groei van bomen.
Met name snelgroeiende bomen zoals Wilgen en Populieren. Zo zijn Schietwilg (Salix alba) en de Zwarte populier (Populus nigra) typische soorten die te vinden zijn op de kale strandjes langs de oever van bijvoorbeeld de Rijn. Deze bomen kunnen prima 'met de voeten' in het water staan en zijn daarom goed bestand tegen overstromingen. Op ten duur kunnen er volwaardige bossen ontstaan langs de rivier, waar naast de genoemde voorbeelden ook andere vegetatielagen ontstaan met andere wilgensoorten als de Katwilg (Salix viminalis), productieve soorten als de Gewone smeerwortel (Symphytum officinale) en, typisch voor het rivierengebied, de Dauwbraam (Rubus caesius).
Deze bosssen worden Ooibossen genoemd. Hoewel er in de voorbije decennia, uit veiligheidsoverwegingen veel gekapt werd in de Ooibossen, worden ze nu weer ontwikkeld. Ze helpen immers de rivier te remmen en kunnen in tijde van droogte zorgen voor een hogere grondwaterstand.
Tekst en foto door Nils van Rooijen, 21 maart 2017, © Flora van Nederland