Elk type bodem heeft een eigen plantengroei. Soms staat de grond vol met grassen, op andere bodems staan veel struiken. De ene bodem is kaal zand en de andere is helemaal bedekt. Of planten op een bodem kunnen groeien heeft niet alleen met het type bodem te maken maar ook de interacties met andere plantensoorten spelen een belangrijke rol. Daarnaast hebben ook dieren en mensen een grote invloed op de begroeiing
Op de foto is een dennenbos te zien. Hoewel er genoeg ruimte is voor andere planten tussen de naaldbomen, zie je dat het vrij leeg is. Slechts enkele grassen zoals Bochtige smele (Deschampsia flexuosa) en Pijpenstrootje (Molinia caerulea) bedekken de grond. De grond bestaat dan ook vooral uit afgevallen naalden, waardoor er een dikke laag strooisel ontstaat. De naalden van de bomen zitten vol met zuur en tijdens het rottingsproces op de grond komt dit zuur vrij. Hierdoor is de bodem erg ongeschikt voor veel plantensoorten.
De bovengenoemde grassen kunnen er echter wel goed tegen evenals de kiemplantjes van bijvoorbeeld de Grove den (Pinus sylvestris). Daarnaast is het vaak erg donker in een naaldbos. De hoge kruinen houden immers het hele jaar het zonlicht tegen. Ook dit zorgt ervoor dat er weinig kruiden, grassen en struiken kunnen groeien tussen de bodem. De herten op de achtergrond blijven dan ook liever grazen op de open plekken waar veel meer te vinden is.
Tekst en foto door Nils van Rooijen, 24 november 2016 © Flora van Nederland