Planten en geuren horen bij elkaar. Al eeuwen worden de geurstoffen van planten gebruikt om het eten, het huis of jezelf beter te laten ruiken. Planten geuren ook niet voor niets. De geurstoffen van planten zijn chemische verbindingen die we als mens slechts voor een deel kunnen waarnemen.
Maar veel diersoorten zijn er veel gevoeliger voor. Door deze vluchtige stoffen uit te scheiden, kunnen planten bestuivers lokken of dieren afschrikken. Soms zitten er in de geurstoffen ook chemische signaalstoffen waarmee de planten met elkaar kunnen communiceren als er bijvoorbeeld gevaar dreigt. Meestal zijn de geuren van planten heel subtiel en zal je ze niet snel ruiken.
Andere planten, zoals bijvoorbeeld de Wilde kamperfoelie (Lonicera periclymenum) geuren alleen 's avonds om nachtvlinders aan te trekken. Weer andere soorten geuren heel sterk. Een sterkriekend voorbeeld, uit de keuken, is de Uien-familie (Allium). Loop nu over een met Daslook (Allium ursinium) begroeide bosbodem en de uiengeur zal zeer sterk te ruiken zijn. Maar probeer door de tranende ogen wel de prachtige witte bloemen eens te bekijken.
Tekst en foto door Nils van Rooijen, 3 mei 2017 © Flora van Nederland