Silene flos-cuculi (L.) Greuter & Burdet, de Echte koekoeksbloem, hoort tot de Anjerfamilie en valt op door zijn vrolijke uiterlijk als gevolg van de roze kleur en de in vier delen opgesplitste kroonbladen. Vroeger werd de Echte koekoeksbloem in een apart geslacht (Lychnis t.o.v. Silene) onderscheiden, maar dat is nu niet meer het geval.
De zeer algemene Echte koekoeksbloem sierde in vroeger dagen al onze natte hooilanden, maar de verlaging van de grondwaterstand en de bemesting van deze hooilanden om de productie te verhogen heeft de soort teruggedrongen tot de sloot- en waterkanten. Ze komt daar en verder alleen nog maar voor in venige en natte als natuurgebied beheerde terreinen. Ook in natte duinvalleien vind je haar. Het huidige beheer buiten de natuurgebieden is funest voor deze soort.
De overblijvende plantensoort heeft aan de voet op de bodem niet-bloeiende bladrozetten die in de winter te herkennen zijn door hun paarsige kleur. De stengel is behaard, maar niet kleverig onder de knopen.
In tegenstelling tot de Dag- en Avondkoekoeksbloem is de Echte koekoeksbloem eenhuizig en vind je in elke bloem naast veel meeldraden vijf stijlen. De vijf tanden van de vergroeibladige kelk zijn korter dan de buis van de kelk.