Reis mee door onze flora. Paarse dovenetel (SL0706) uit de Lipbloemenfamilie is een eenjarig akkeronkruid. Het plantje wordt niet groter dan 10 tot 30 cm en bloeit bij zachte winters het hele jaar.
De vrouwelijk bloeiende hoofdjes blijven tot lang in de herfst met hun vruchtjes zichtbaar aan de planten. De bladeren zijn smal en lijken wel wat op die van Kalmoes.
Een reis door onze plantenfamilies. In onze graslanden en ook in zomen en langs struweelranden kun je tussen de hoge grasplanten de bloeistengels zien staan van Kraailook (SL0035) uit de Lookfamilie. Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Aspergeachtigen.
Reis mee door onze flora. Gewone dophei (SL0473) uit de Heifamilie. De dwergstruiken hebben grijsgroene opstijgende twijgen waaraan de bloemen staan en ook liggende takken die tussen het mos matten vormen.
Een reis door onze plantenfamilies. In de oudere loofbossen met een vochtige bodem tref je als typische bosplant de Eenbes (SL0920) uit de Eenbesfamilie aan. Deze soort is ingedeeld bij de hoofdgroep Lelieachtigen.
Een reis door onze plantenfamilies. Muurvaren is een plantensoort uit de Streepvarenfamilie. Op oude muren van kloosters, kerken en dergelijke kun je Muurvaren vinden.
Reis mee door onze flora. Groot streepzaad (SL0371) uit de Composietenfamilie. Vanaf begin mei siert Groot streepzaad onze dijken en kan als typische soort beschouwd worden voor dijken.
Reis mee door onze flora. Grote brandnetel (SL1321) uit de Brandnetelfamilie is een waardplant voor vlinders. Zo leeft de Dagpauwenoog in het rupsstadium op deze planten in spinselnesten en vervult in dit opzicht dus een belangrijke rol bij het in stand houden van de biodiversiteit.
Vogelmuur kan ook tijdens de wintermaanden nog groeien, maar dan is het uiterlijk, wat we ook wel habitus noemen, zeer gedrongen, doordat de stengels erg kort blijven.