Als je van wilde orchideeën houdt, hoef je vanaf 8 maart jongstleden niet meer het veld in. Je kunt net zo goed het boek “Orchideeën van de BENELUX” van Karel Kreutz op je schoot nemen, en een regionale- of buitenlandse kijk-reis maken. Doe je meteen toch aan lichaamsbeweging, want ieder van de twee delen apart weegt meer dan 3 kg.!  Het is wat Leni Duistermaat van Naturalis terecht opmerkte: Karel beschrijft veel meer soorten orchideeën dan er ooit in een Nederlandse Flora zijn opgenomen. Maar hij houdt zich hierbij wel altijd stipt aan de Europese Code uit 2018.
Door ook bij iedere nieuwe soort het type-exemplaar ervan te benoemen is ook dit boek weer het zoveelste bewijs dat hij een professional in dit vakgebied is. Mevr. Duistermaat gaf dan ook aan dat in de nieuwe Nederlandse flora de soortsindeling van Karel de opmaat wordt. Dit heeft hij mede te danken aan de terechte (r)evolutie in de naamgeving van veel - merendeels buitenlandse orchideeënsoorten – soorten die vaak als subspecies/ondersoort/type werden onderscheiden, dit niet meer overal te volgen en te kiezen voor de aanduiding “variëteit”. Hiermee wordt recht gedaan aan het formele soorts-onderscheid dat ook wereldwijd wordt toegepast, en wel het gegeven dat (onder)soorten als ze met elkaar kruisen, geen vruchtbare nakomelingen leveren. De grondslag van deze omslag is al in 1997 en 2001 gelegd (o.a. Bateman, Hapeman en Pridgeon), die zich allen baseerden op DNA-onderzoek. Uit diverse genetische gegevens bleek dat de onderlinge familierelaties van veel van de eerder onderscheiden orchideeënsoorten anders was, dan op basis van (uiterlijke) morfologische kenmerken was verondersteld. Op details hiervan ga ik niet verder in, omdat die op zijn best in dit boek beschreven zijn.
Werkelijk alles staat in dit boek, van systematiek tot biologie; van ecologie tot herintroductie; van biotoopverlies tot conservatief beheer; van orchideeën soort – subspecies – variëteit tot herbariumexemplaar. Wat ik nog mis is de (natuur)waarde, ook voor orchideeën, van de nieuwe opzet van landelijk agrarisch (natuur)beheer middels de inzet van de vele regionale Agrarische Natuur- en Landschapsbeheer coöperatieven (in Limburg de Coöperatie Natuurrijk Limburg). De recente resultaten door agrariërs in hun percelen, wat betreft de uitbreiding van het aantal soorten planten en ook dieren (dagvlinders, onzelieveheersbeestjes maar ook vogels en reptielen), in hun eigen natuurmatig beheerde hooilanden, kalkgraslandjes en bij het herstel van hakhoutingrepen bij bosjes, is nu al navenant. Maar ja je kunt niet alle buitengebied plekjes kennen met zoveel bezoeken aan natuurterreinen en (nog) niet aan het agrarische land, Karel is immers geen “boer”.

Tekst door Pierre Grooten, 17 maart 2019 © Flora van Nederland

Wilt u zien hoe een Orchideeënspecialist in de wetenschappelijke diepte duikt dan is een duik aan te bevelen in: Orchideeën van de BENELUX (deel I en II), C.A.J. Kreutz, Kreutz Publishers, Sint Geertruid, 2019.